Orgaandonaties of verzet

Voor veel patiënten ligt de enige hoop op herstel of overleving in de verwachting van orgaantransplantatie. Sommige patiënten, zoals  slechtzienden, zwaar verbrande personen ... wachten ook op te transplanteren  weefsels. Er is echter een reëel tekort aan te verplanten orgaan, wat resulteert in het bestaan van lange wachtlijsten.

Volgens de Belgische wet van 13 juni 1986 over orgaandonaties mogen organen en weefsels bestemd voor transplantatie worden weggenomen bij elke Belg die in België woont (of bij elke vreemdeling die meer dan 6 maanden in België woont), behalve indien vaststaat dat tegen een dergelijke wegneming verzet is geuit. Het betreft hier de regel “donatie zonder bezwaar” (principe van vermoede toestemming). Iedere persoon (of familieleden in de 1ste graad) die zich van tevoren niet heeft verzet tegen orgaandonatie, wordt geacht zijn organen en weefsels af te staan na zijn dood. Het verzet van de naaste familieleden kan uiteraard de uitdrukkelijke wil van de donor niet vervangen. Een formele toestemming is niet langer nodig.

Een potentiële donor kan een document of een donorkaart bij zich hebben. Deze heeft geen enkele wettelijke waarde, maar vergemakkelijkt de dialoog tussen de familie van de kandidaat-donor die drager is van een dergelijke kaart en de arts. Het is  niettemin wenselijk zijn familie in te lichten over het feit dat men positief staat tegenover orgaandonatie.

Elke persoon die formeel de toelating wenst te geven tot het afstaan van organen dient zich te wenden tot het gemeentehuis (dienst Bevolking) om (gratis) een formulier in te vullen waarin staat dat hij organen wenst af te staan na zijn dood. De familieleden in de 1ste graad en de echtgenoot/echtgenote kunnen zich dan niet meer verzetten tegen de orgaandonatie.

De verklaring kan op elk moment worden ingetrokken.

Bevoegde gemeentedienst
Bevolking
Reglementatie

Bron: Wet van 13 juni 1986 op het wegnemen en transplanteren van organen (Belgisch Staatsblad van 14 februari 1987)

Toekenningsvoorwaarden

Het wegnemen

Het wegnemen van organen kan gebeuren bij elke persoon, ongeacht de leeftijd, die hersendood is, m.a.w. overleden aan de gevolgen van een ernstige en onomkeerbare aantasting van de hersenen. De hersendood moet worden vastgesteld door 3 artsen die losstaan van het team dat de organen wegneemt en transplanteert. Het wegnemen van de organen en de hechting van het lichaam moeten worden uitgevoerd met eerbied voor het stoffelijk overschot en voor de gevoelens van de familie. Het kisten zal zo spoedig mogelijk plaatshebben, zodat de familie aan de overledene de laatste eer zo vlug mogelijk kan bewijzen. De identiteit van de donor en die van de ontvanger mogen niet worden meegedeeld.

Verzet

Een persoon van 18 jaar die in staat is om zijn wil te uiten, mag zijn verzet alleen uitdrukken. Indien een persoon jonger is dan 18 jaar en in staat is om zijn wil te uiten, kan het verzet worden uitgedrukt, hetzij door de persoon zelf, hetzij, zolang deze persoon in leven is, door naaste familieleden die met hem samenleven.

Indien een persoon jonger is dan 18 jaar en niet in staat is om zijn wil te uiten, kan het verzet worden uitgedrukt, zolang hij in leven is, door naaste familieleden die met hem samenleven. Indien een persoon wegens geestesziekte niet in staat is om zijn wil te uiten, kan het verzet worden uitgedrukt, zolang de persoon in leven is, door zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn voorlopige beheerder of, bij gebrek aan deze, door het naaste familielid. Indien een persoon zich verzet tegen het afstaan van zijn organen, dient hij zich te wenden tot het gemeentehuis (dienst Bevolking) om een formulier in te vullen waardoor hij zich tegen om het even welke vorm van wegnemen na zijn dood verzet.

De dokter mag dus geen orgaan wegnemen wanneer een persoon op dergelijke wijze zijn verzet heeft uitgedrukt of wanneer de persoon op een andere wijze zijn verzet heeft uitgedrukt en voor zover dit verzet aan de arts werd meegedeeld of nog wanneer een naast familielid kennis van zijn eigen verzet aan de dokter heeft gegeven. Dit verzet kan echter  niet heersen tegen de expliciete wens van de donor. Worden als naaste familieleden beschouwd: de verwanten in de eerste graad alsook de echtgenoot/echtgenote die met de persoon samenleeft.

Register van de laatste wensen

De wensen (instemming met of verzet tegen het afstaan van organen) worden door het gemeentehuis aan een centrale databank in het Ministerie van Volksgezondheid overgemaakt (nationaal register). Dit register moet verplicht worden geraadpleegd wanneer het wegnemen van organen of weefsels wordt voorzien.